Eerste plannen voor een 1001- nacht show:

Die ‘1001-nachtshow’, zoals de werktitel van de oosterse darkride luidt, is een project waarvoor binnen de Efteling dan al verschillende ontwikkelingen gaande zijn. Het idee voor een attractie met als onderwerp de Sprookjes van 1001 Nacht zwerft, mede door de grote hoeveelheid illustraties die Anton Pieck maakte van de gelijknamige sprookjesbundel, al jaren bij bestuur en directie. De techneuten Mari van Heumen en Henk Smulders werken achter de schermen dan al aan de ontwikkeling van een eigen versie van de levensgrote audio-animatonics van Disney. Ontwerpers Ton van de Ven en Jan Verhoeven gaan naar aanleiding van hun recente bezoek aan Amerika nadenken over een attractie als Pirates of the Caribbean.
Door de magere kennis over de verhalen van Shehrazade, wordt het idee geopperd om de scènes van de attractie op te bouwen rondom beelden die bezoekers meer referentie geven dan het uitbeelden van de sprookjes en een eigen interpretatie en invulling vormen voor het thema. Onder leiding van Van de Ven werken Henk Smulders, Peter van Ostade, Henny Knoet, Joop de Bont en Mari van Heumen aan de elementen: een haven, een harem, marktplaatsen en gevangenissen die driedimensionaal verbeeld moeten worden en aaneengekoppeld worden tot een complete vaart waarin een logische opeenvolging van scènes is te herkennen. Fata Morgana werd een project waar medewerkers met een enorm enthousiasme mee aan de slag gingen.
Plaats en uitwerking:

Het plan was eerst om de 1001-nachtshow gestalte te geven op het eiland in de Siervijver. Het eerste concrete ontwerp, zover bekend, stamt uit de zomer van 1979 en bevat één grote koepel en minaret. Een ander vroeg alternatief ontwerp bevat juist bijzonder veel torentjes en meer sierlijke vormen.
Op 18 april 1981 worden hier de eerste bouwtekeningen voor ingeleverd bij de gemeente. Het gaat om een soortgelijk gebouw als we tegenwoordig kennen, met blanke muren, koepels en torens, maar met tevens rotsen en waarbij je in de buitenlucht instapt in de boot om via een rotsgang de attractie binnen te varen. Al in hetzelfde jaar opent de Gondoletta, waarvan het transportsysteem zou kunnen dienen voor zowel het genieten van het landschap als van de toekomstige attractie. De daken van de bootjes, die tot 1994 gebruikt werden, kregen daarom gelijk een oosterse
touch.
In de praktijk bleek de Gondoletta als op zichzelf staande attractie al een groot succes te zijn, zeker bij de oudere gasten. Bovendien zou de geplande locatie te beperkt zijn om een hoogwaardige darkride te kunnen realiseren en dat een andere locatie meer mogelijkheden zou bieden. Die locatie werd snel gevonden aan de Vonderplas, een stuk terrein waar tot 1969 Rijsporthoeve De Efteling gevestigd was.
Het ontwerp van Pieck:

In 1937 maakt Anton Pieck een zesweekse reis naar Marokko, waar hij veel tekeningen maakte van de situaties die hij tegenkwam, zo’n vijfenzeventig stuks in totaal, van het alledaagse leven, de mensen op straat en de vaak al in zeer ‘Pieckse’ toestand verkerende gebouwen. De reis maakt veel indruk op hem. In 1943 wordt Pieck gevraagd om de fikse bundel van de Sprookjes van 1001 Nacht van uitgeverij Parnassus te illustreren. Hierbij kan hij veel steunen op zijn reistekeningen als basis, waar hij de magische en fantastische elementen uit de sprookjes een plaats in geeft.

Deze twee verzamelingen oosters Pieckwerk staan aan de basis van Fata Morgana. Het is niet uit te sluiten dat hier de oorspronkelijke inspiratie voor het starten
van het 1001-Nacht-project uit geput werd. De map met reistekeningen wordt door Ton van de Ven dan ook in het voorjaar van 1982 opgehaald bij Pieck en is voor hem een schat aan details ter inspiratie bij zijn ontwerpen. Volgens Van de Ven is het bij inspiratie gebleven, en hebben de tekeningen echter niet direct als basis voor de ontwerpen gediend.
Alhoewel hij het leeuwendeel voor zijn rekening nam, was Van de Ven niet de enige die betrokken was bij het uiteindelijke ontwerp. De invulling van de Gevangenis-scène is geheel gedaan door Henny Knoet, Peter van Ostade ontwierp de bewegingen van de figuren en de speciale effecten, en de layout van de rit is bedacht door architect Jan Verhoeven. Het bedrijf Imagination kwam met het idee van de kantelende kamer.
De bouw van de Fata Morgana:

Aanvankelijk is het de bedoeling om de Verboden Stad in 1984 te openen, maar het project wordt tijdens de ontwikkeling steeds ambitieuzer, en met name de robotpoppen zorgen voor vertraging van de opening. In die tijd opent het park de schipschommel De Halve Maen, de rapid-river Piraña en de Bob; attracties die weliswaar thematisch worden aangekleed door Ton van de Ven en zijn team, maar de ontwerpers tevens voldoende tijd laten om aan Fata Morgana te kunnen werken. Carnaval Festival, de attractie die in 1984 het gat van de 1001-nachtshow invult, wordt zelfs compleet extern ingekocht bij de ontwerper Joop Geesink. Het uitstel geeft de ontwerpers, decorateurs en techneuten de kans om Fata Morgana te maken tot een attractie van wereldniveau.
Op 25 mei 1983 worden nieuwe bouwtekeningen ingediend en in 1984 verrijst aan de Vonderplas, in wat dan nog een uithoek is van het park, een enorme loods waarin de attractie gebouwd wordt. Het gebouw zelf wordt neergezet door aannemer Pepping. Het bouwwerk ligt niet direct al aan het water. Pas wanneer fundering en gebouw klaar zijn wordt de vijver afgraven tot aan de gevel van de Verboden Stad. De verschillende ornamenten van de gevels zaagt men uit gasbetonblokken, die makkelijk te bewerken zijn.
Een groot aantal figuren wordt in eigen huis gebouwd en gemodelleerd. Een aantal andere animatronics, met name de dieren, wordt ingekocht bij het Duitse
thematiseringsbedrijf Christian Hofmann GmbH & Co. KG. Zij leverden bijvoorbeeld de slangen in de jungle, de krokodillen en de man met de tijger, inclusief masker, die tot op heden zo aanwezig is en een aantal tweelingbroertjes heeft in andere parken. Hofmann maakte ook de cipier met de gier, maar die zijn nu vervangen door eigen vervaardigde figuren.
In 1985 begint men met de decors en in de winter worden deze opgebouwd in de werkplaatsen en in het Carrouselpaleis, dat tijdelijk tot werkplaats wordt verbouwd. Het team van decorateurs, bouwers en andere specialisten werkt van voor naar achter de vaargeul af. De eerst gebouwde scènes zijn dus ook de jungle en de arme wijk. Het laatst afgerond zijn de secties vanaf de schatkamer. In de kelders onder de scènes worden de duizenden draaischijven die de robots aansturen geplaatst en ingeregeld. Het Zwitserse Intamin plaatst het door hen gefabriceerde transportsysteem van enorme draaischijven in de vaargeul.
Tijdens de bouw was de vaargeul natuurlijk nog niet gevuld met water. Om dan toch de juiste afstelling van licht en geluid te kunnen doen, en alles vanaf
bezoekershoogte te kunnen bekijken, gebruikten Lex Lemmens, Ton van de Ven en Peter van Ostade regelmatig een zelfgebouwde wagen waarmee je op de juiste hoogte door de geul kon rollen. Deze wagen had de bijnaam ‘pausmobiel’, naar het voertuig van paus Johannes Paulus II.
Op het laatste moment worden de verschillende scènes van de attractie rijkelijk gedecoreerd. Ton van de Ven reist speciaal voor het verkrijgen van de juiste authentieke voorwerpen naar Marrakesh. Containers vol met Arabische voorwerpen, waaronder koperen schalen, waterpijpen en lampen, worden naar de Efteling verzonden, waar bij aankomst het als verpakkingsmateriaal gebruikte stro nog naar kamelen ruikt. De robots worden aangekleed met door de Belgische kostuumontwerpster Jeanine Lambrechts speciaal ontworpen kleding, waarvan er 350 stuks gemaakt zijn. Er worden 720 spots afgesteld en geurverspreiders met luchtjes als ‘appel’ en ‘wierook’ geïnstalleerd. Vlak voor de opening wordt het plein nog afgewerkt, waarvan gezegd wordt dat dit in drie dagen gebeurd is.
Enkele dagen voor de eerste dag van het seizoen 1986, Witte Donderdag 27 maart, is Fata Morgana na jaren van voorbereiding, bouw en ontwikkeling eindelijk gereed voor de bezoekers.
Volgende onderwerp